5 Kanaalniveau-aanduiding Toont het geluidsniveau van de diverse kanalen voor ze door de kanaalfaders geleid worden. 6 Kanaal-fader Verplaatsen: Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via elk kanaal. [SHIFT] + verplaats: Serato DJ Gebruik de kanaalfader startfunctie. 7 FILTER FADE ON-toets Hiermee wordt de filter-fadefunctie aan of uit gezet. = Gebruiken van de filter-fadefunctie (blz.17) 8 Crossfader-regelaar Schakelt heen en weer tussen weergave van het linker en het rechter deck. 9 MASTER LEVEL instelling Regelt het geproduceerde mastervolume. a HEADPHONES MIX instelling Regelt de balans van het meeluistervolume tussen het geluid van de kanalen waarvoor de [CUE]-hoofdtelefoontoets wordt ingedrukt en het geluid van het masterkanaal. b HEADPHONES LEVEL instelling Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via de hoofdtelefoon. Effect-gedeelte Dit gedeelte wordt gebruikt voor het bedienen van de twee effectgeneratoren (FX1 en FX2). De toetsen en instellingen voor het bedienen van FX1 bevinden zich aan de linkerzijde van de controller, die voor het bedienen van FX2 bevinden zich aan de rechterzijde van de controller. 1 2 3 4 1 Effect 1-toets Zet het effect aan/uit. [SHIFT] + indrukken: Schakelt het effecttype om. 2 Effect 2-toets Zet het effect aan/uit. [SHIFT] + indrukken: Schakelt het effecttype om. 3 Effect 3-toets Zet het effect aan/uit. [SHIFT] + indrukken: Schakelt het effecttype om. 4 Instelling effectniveau Deze regelen de effectparameters. = Gebruiken van effecten (blz.16) [SHIFT] + draaien: Regelt de effecttijd. 10 Nl
Download PDF file