Overzicht van de bedieningstoetsen Achterpaneel 1 2 5 3 4 3 4 3 4 3 4 56 7 h g f e d c b a 9 8 1 POWER toets (bladzijde10) Voor aanzetten en uitschakelen van dit apparaat. b LINK aansluiting (bladzijde 8) Verbind deze met de LINK-aansluitingen van een Pioneer DJ-speler of de LAN-poorten van een computer waarop rekordbox is geïnstalleerd (PRO DJ LINK). Om meerdere apparaten aan te kunnen sluiten, kunt u gebruik maken van een zelfschakelende verdeelstekker (los verkrijgbaar). Gebruik een switching hub die geschikt is voor 100Base-TXverbindingen. Het is mogelijk dat bepaalde switching hubs niet goed werken. 2 RETURN aansluitingen (bladzijde 9) Voor aansluiten van de uitgang van een externe effectgenerator. Wanneer alleen het [L (MONO)]-kanaal is aangesloten, wordt het ingangssignaal van het [L (MONO)]-kanaal tegelijkertijd doorgegeven aan het [R]-kanaal. Nederlands 3 PHONO aansluitingen (bladzijde 8) Voor aansluiten op de phono-aansluiting (MM-element) van een weergave-apparaat. Geen lijnniveau-ingangssignalen op aansluiten. Om apparatuur te kunnen verbinden met de [PHONO] aansluitingen, moet de kortsluitstekker uit de aansluitingen verwijderd worden. Steek deze kortsluitstekker in de [PHONO] aansluitingen wanneer er niets op is aangesloten om externe ruis te verminderen. c BOOTH aansluitingen (bladzijde 9) Dit zijn uitgangsaansluitingen voor een boothmonitor. Als alleen [L (MONO)] is aangesloten, wordt monogeluid uitgevoerd. d REC OUT aansluitingen (bladzijde 9) Dit zijn uitgangsaansluitingen voor opname. 4 LINE aansluitingen (bladzijde 8) Aansluiten op een DJ-speler of een lijnuitgangscomponent. e MASTER2 aansluitingen (bladzijde 9) Verbind deze met de analoge ingangsaansluitingen van een versterker enz. 5 SIGNAL GND aansluiting (bladzijde 8) Sluit hierop de aardingsdraad van een analoge platenspeler aan. Dit vermindert storende geluiden bij aansluiten van een analoge platenspeler. f MASTER1 aansluitingen (bladzijde 9) Verbind deze met de analoge ingangsaansluitingen van een versterker enz. U moet deze gebruiken als gebalanceerde uitgangsaansluitingen. Wees voorzichtig dat u niet per ongeluk het stroomsnoer van een ander toestel probeert aan te sluiten. 6 MIC2 aansluiting (bladzijde 8) Sluit hierop een microfoon aan. 7 MIC1 aansluiting (bladzijde 8) Sluit hierop een microfoon aan. g SEND aansluitingen (bladzijde 9) Voor aansluiten van de ingang van een externe effectgenerator. Wanneer alleen het [L (MONO)]-kanaal is aangesloten, wordt er alleen een mono-geluidssignaal uitgestuurd. 8 Kensington-beveiligingsgleuf 9 DIGITAL IN aansluiting (bladzijde 8) Sluit deze aan op de coaxiale digitale uitgangsaansluitingen van DJ-spelers, enz. Bij omschakelen van de bemonsteringsfrequentie van het uitgangssignaal kan het geluid een ogenblik wegvallen. h AC IN Aansluiten op een stopcontact met het bijgeleverde netsnoer. Wacht met aansluiten van het netsnoer totdat eerst alle aansluitingen tussen de apparatuur onderling compleet zijn gemaakt. Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer. a DIGITAL MASTER OUT aansluiting (bladzijde 9) Sluit dit aan op de digitale aansluiting van een voorversterker enz. De masterkanaalaudio wordt uitgevoerd in SPDIF-indeling. Let op dat u dit niet per ongeluk op een analoge ingang aansluit. WAARSCHUWING Houd de kortsluitstekkers buiten bereik van kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts indien er onverhoopt één wordt ingeslikt. Nl 5
Download PDF file