Page number 8
ROL MO MBAL MO OWVERB N Bediening 1 2 ERB V UP HP FSET KIC RHYTHM FX TRANS ADD DERLEAVY L O F AUDIO EFFECT BPM AUTO OVER DUB 4-BEAT SEQUENCER DELETE IN PEAK OUT TAP NUDGE CUSTOMIZE SHIFT SIGNAL FLOW D ECHO + EXIT RELEASE FX VINYL BRAKE ECHO BACK SPIN K INSTRUMENT CY F SNARE CLAP HI HAT INSTRUMENT LEVEL SCENE FX ECHO NOISE BUILD UP SUPIPRAL RE NOISE LEVEL ECHO+BEAT SHORT 1/8 1/4 1/2 3/4 1/1 BREAK DOWN E RD LPF SPIRALN ZIP DOW REMIX STATION RMX-500 3 65 4 1 Instellen van de BPM (pagina 8) 2 RHYTHM FX-gedeelte (pagina 9) 3 SCENE FX-gedeelte (pagina 10) 4 RELEASE FX-gedeelte (pagina 11) 5 Omschakelen van het audiosignaalpad (pagina 11) 6 Aanpassen van de effectparameters (pagina 11) Instellen van de BPM 1 OF FSET BPM AUTO IN PEAK OUT TAP NUDGE 2 3 D 4 1 AUTO-toets Schakelt de BPM-meetmethode om. — [ AUTO ]: Het BPM-tempo van het binnenkomende geluidssignaal wordt automatisch gemeten. De [ AUTO ]-functie wordt ingesteld wanneer dit apparaat wordt ingeschakeld. — [ TAP ]: De BPM-waarde wordt handmatig gekozen door met een vinger te tikken op [ TAP ] toets. ! Het BPM-meetbereik in de [ AUTO ]-stand loopt van 70 tot 180 BPM. Voor sommige muziekstukken is het mogelijk dat het BPM- tempo niet correct bepaald kan worden. Als het BPM-tempo niet gemeten kan worden, knippert de BPM-waarde op het scherm. In dergelijke gevallen voert u de BPM-waarde handmatig in met de [ TAP ] toets. 2 BPM-display Wanneer de BPM-meetstand is ingesteld op automatisch, toont dit display de automatisch bepaalde BPM-waarde. Als de waarde niet kan worden bepaald, knippert de eerder bepaalde BPM-waarde. Wanneer de BPM-meetstand is ingesteld op handmatig, toont dit display de handmatig ingevoerde BPM-waarde. 3 TAP-toets Tik op de toets met een vinger om de BPM met de hand in te voeren. 4 NUDGE (+, –)-toets Deze maken meer gedetailleerde instellingen voor de cyclus en de timing bij het weergeven van de interne geluidsbronnen enz. 8 Nl Handmatig invoeren van het aantal BPM Tik minstens 2 keer op [TAP] toets op de maat van de beat (in kwart noten) van de weergegeven muziek. Het ritme, de tijd tussen twee tikken, waarmee op de [ TAP ]-toets werd getikt, wordt ingesteld als BPM. ! De BPM kan met de hand worden ingesteld in stappen van 1 door een [ NUDGE (+, –) ]-toets in te drukken terwijl u de [ TAP ]-toets inge- drukt houdt. ! De BPM kan worden ingesteld in stappen van 0,1 door op de [ AUTO ]- toets te drukken terwijl de [ TAP ]-toets ingedrukt wordt gehouden en dan op een [ NUDGE (+, –) ]-toets te drukken terwijl de twee toetsen ingedrukt gehouden worden.
Page number 9
Nederlands FSET KIC RHYTHM FX-gedeelte 1 23 RHYTHM FX TRANS ADD DERLEAVY L OF AUDIO EFFECT BPM AUTO ROL MBAL OVER DUB 4-BEAT SEQUENCER DELETE EXIT INSTRUMENT LEVEL 76 5 K INSTRUMENT CY SNARE CLAP HI HAT 1 2 V BR 4 1 RHYTHM FX-toetsen Deze zetten de RHYTHM FX-effecten aan/uit. 2 RHYTHM FX-indicator Deze knippert wanneer er een effect is ingeschakeld. 3 RHYTHM FX-instelling Dit regelt het geselecteerde RHYTHM FX-effect. 4 DELETE-toets Deze toets kan worden gebruikt om de handelingen met de [ RHYTHM FX ]-toetsen die zijn opgenomen met de 4-BEAT SEQUENCER-functie met één toets tegelijk te wissen. 5 Insteltoetsen volume interne geluidsbron Deze regelen het volume van de interne geluidsbronnen. 6 EXIT-toets Deze licht op wanneer 4-BEAT SEQUENCER-functie is ingeschakeld. Wanneer er op de toets wordt gedrukt, wordt de 4-BEAT SEQUENCER-functie uitgeschakeld. 7 OVERDUB-toets De 4-BEAT SEQUENCER-functie wordt ingeschakeld. De handelingen met de [ RHYTHM FX ]-toetsen worden opgenomen en het geluid wordt in een lus weergegeven. Gebruik van de RHYTHM FX-functie 1 Druk op een van de [RHYTHM FX] toetsen. Selecteer het RHYTHM FX-effecttype. De ingedrukte toets gaat knipperen. ! Interne geluidsbronnen zijn voorgeprogrammeerd onder de [ KICK ], [ SNARE ], [ CLAP ], [ HI HAT ] en [ CYMBAL ]-toetsen. ! Zie voor details van de types effecten de Pioneer DJ-ondersteuningssite hieronder. http://pioneerdj.com/support/ 2 Draai aan de [RHYTHM FX] instelling. Het effect wordt toegepast op het geluid. — De sterkte van het effect wordt groter naarmate de regelaar met de klok wordt meegedraaid. De sterkte van het effect wordt maximaal wanneer de regelaar helemaal met de klok wordt meegedraaid. — De sterkte van het effect wordt kleiner naarmate de regelaar tegen de klok wordt ingedraaid. Wanneer de regelaar helemaal tegen de klok in wordt gedraaid, wordt het originele geluid gepro- duceerd zonder toegepast effect. 3 Druk de [RHYTHM FX]-instelling in. Er wordt een geluidsverwerking of toegevoegd effect toegepast, afhanke- lijk van het type effect dat is geselecteerd. ! De geluidsverwerking of het toegevoegd effect verandert afhankelijk van de kracht waarmee de controller wordt ingedrukt. ! Wanneer er opnieuw op de geselecteerde [ RHYTHM FX ] toets wordt gedrukt, wordt het effect uitgeschakeld. Gebruik van de 4-BEAT SEQUENCER-functie De volgorde waarin en de timing waarmee de [ RHYTHM FX ]-toetsen worden ingedrukt, worden opgenomen en het geluid wordt in een lus weergegeven. 1 Druk op de [OVERDUB] toets. Wanneer er op de [ OVERDUB ]-toets wordt gedrukt, de 4-BEAT SEQUENCER-functie wordt ingeschakeld en de [ OVERDUB ]-toets knip- pert fel. Terwijl de [ OVERDUB ]-toets fel knippert, worden de handelingen met de [ RHYTHM FX ]-toetsen worden opgenomen en de lus-weergave wordt voortgezet. Wanneer er opnieuw op de [ OVERDUB ]-toets wordt gedrukt, begint deze zwak te knipperen en wordt de lus-weergave voortgezet, maar worden verdere handelingen van de [ RHYTHM FX ]-toetsen niet opgenomen. ! Wanneer de 4-BEAT SEQUENCER-functie is ingeschakeld, worden RHYTHM FX-effecten alleen toegepast terwijl de corresponderende [ RHYTHM FX ]-toets ingedrukt wordt. 2 Druk terwijl u de [DELETE]-toets ingedrukt houdt op de [RHYTHM FX]-toets waarvan u de opgenomen handeling wilt wissen. Wanneer de [ DELETE ]-toets wordt ingedrukt, lichten de [ RHYTHM FX ]- toetsen waarvan de handelingen worden opgenomen op. Wanneer er op een oplichtende toets wordt gedrukt, gaat die toets uit en wordt de han- deling van de [ RHYTHM FX ]-toets die is opgenomen, gewist. 3 Druk op de [EXIT] toets. Wanneer er op de [ EXIT ]-toets wordt gedrukt, worden alle handelin- gen van de [ RHYTHM FX ]-toetsen die zijn opgenomen met de 4-BEAT SEQUENCER-functie gewist. De 4-BEAT SEQUENCER-functie wordt uitgeschakeld en de lus-weergave stopt. Nl 9










